Onze doktersassistentes
In onze praktijk werken 4 doktersassistentes. Gelukkig zijn zij heel goed opgeleid, weten ze waar ze mee bezig zijn en kunnen met hun kennis de huisarts enorm ondersteunen. Een doktersassistente kan niet zonder een huisarts, en een huisarts ook niet zonder een doktersassistente.
Waarom vraagt de assistente waarom ik een afspraak met de huisarts wil maken?
Bij ieder telefoontje dat binnenkomt moeten zij zien te achterhalen wat de hulpvraag is van de patiënt, maar dat wil niet automatisch zeggen dat dat ook de actie is die zij kunnen en mogen uitvoeren. Om te beoordelen hoe urgent de klacht is waar een patiënt mee belt hebben we een triage systeem.
Triage betekent zoiets als rangschikken. Per klacht zijn er vragen die we kunnen stellen om te beoordelen in welke categorie iemand valt. Het kan zijn dat we direct een ambulance of een huisarts moeten sturen, soms moeten mensen binnen een uur beoordeeld worden, anderen binnen enkele uren.
Het komt ook voor dat mensen helemaal niet gezien hoeven te worden door een huisarts. Het kan zijn dat de assistente, afhankelijk van de vraag, een advies geeft of een overleg inplant met de huisarts.
Als doktersassistente word je opgeleid om dit te kunnen en heel veel te weten. Gelukkig hebben zij ook een triagewijzer die hen erbij kan helpen. Deze triagewijzer is bij iedere klacht op dezelfde manier ingedeeld: een pagina met adviezen, een pagina met voorbeeldvragen, een pagina met de urgentie van hoog naar laag beschreven en een pagina met achtergrondinformatie.
Als ze weten welke urgentie hoort bij de klacht van de patiënt moeten ze dat ‘vertalen’ naar een actie: wat is er nodig, past deze urgentie uit de triagewijzer bij wat zij zelf denken, sluit dit aan de bij de hulpvraag van de patiënt en hoe kan dit het beste ingepast worden in de agenda.
Het kan dus heel goed zijn dat iemand denkt langs te moeten komen, maar volgens de triagewijzer een U5 heeft, dat betekent dat er kan worden volstaan met advies geven. Dat betekent niet dat iemand niet mág komen, het betekent dat het niet hóeft. Als iemand dan wel wil komen, ook na onze uitleg, dan plant de assistente gewoon een afspraak in.
Daar zit overigens een verschil met de huisartsenpost; zij zijn er echt alleen voor spoedeisende situaties! Het kan overigens ook andersom, dat iemand denkt te bellen voor een recept en vervolgens een uur later al bij de huisarts in zijn spreekkamer zit.
En dan komt de huisarts in beeld. Want de doktersassistente wil geen doktertje spelen, zij doen alleen het gedeelte waar zij voor opgeleid zijn: voorsorteren noemen we het maar (naast natuurlijk alle andere taken die zij hebben). Als uit de triage komt dat een patiënt direct gezien moet worden, dan vertelt de assistente dit aan de huisarts en waarom zij dit vindt, en de huisarts ziet de patiënt dan.
Alle andere afspraken zetten ze in de agenda en vermelden erbij wat er uit het triage gesprek gekomen is en waarvoor de patiënt komt. Als ze iemand een advies hebben gegeven dan schrijven zij dat in het dossier en zetten dat ter beoordeling bij de huisarts neer. De huisarts moet altijd akkoord geven voor de gegeven adviezen. De huisarts blijft verantwoordelijk. Adviezen geven die nergens op slaan kán niet, dat zou de huisarts nooit toestaan.
Vooral oudere mensen vinden het vaak vervelend dat ze niet voor alles meer zomaar even bij de huisarts langs kunnen lopen, en wij begrijpen dat wel, het is niet te vergelijken met vroeger. Het kan gewoon niet meer, daarvoor heeft de huisarts teveel taken. Het maakt de zorg ook veel duurder als alles door de huisarts gezien zou moeten worden. .